
Roland Puystjens
Over Algebra, Descartes en onze Simon Stevin
Ter ere van Prof. Dr. J. Bilo
Descartes ( 1596 – 1650 ) wordt nu beschouwd als één van
de omverwerpers van het middeleeuws wereldbeeld,
samen met Copernicus, Kepler, Bacon, Newton en Leibnitz.
Hij wierp de dwangbuis van de verstarde scholastiek,
gestoeld op aristotelisme, van zich af en sloeg gedurfde
nieuwe wegen in, die nu passen bij E. Kant´s motto :
“ Sapere aude “ = “ Durf je verstand te gebruiken “.
Decartes´uitspraak : “ Je pense donc je suis “ = “ Ik denk
dus ik besta “ is wereldberoemd geworden, wellicht omdat
het zoveel controverse uitlokt …
Hij slaagde erin om de esotherische en exotherische
bedenkingen van de “ Vijf Verlichting-Pioniers “ : S. Stevin
( 1548 - 1620 ) , T. Harriot ( 1560 -1621 ) , F. Bacon ( 1561
- 1626 ) , G. Galilei ( 1564 - 1650 ) en J. Kepler ( 1571 -
1630 ) verder uit te werken.
Eén van de redenen waarom Descartes soms “ De Vader
van de Moderne Filosofie “ wordt genoemd, is omdat hij de
“ Kentheoretische wending “ in de vroegmoderne filosofie
inzette . Dit was in feite een gevolg van zijn verlangen om
een universele wetenschap te construeren, gebaseerd op
wiskundige modellen. Dat idee was niet nieuw vermits
Pythagoras, nu beschouwd als de “ Grootvader van de
Filosofie “ , reeds in 500 v.Chr. poneerde dat de rationale
getallen, bewust geworden bij zijn leermeester Thales , als
basis kon dienen om meer inzicht in het Heelal te
verkrijgen. Zo kwam Pythagoras tot zijn definitie van
“ Kosmos “ en hierop baseerde Plato zich om de eerste
Academie in Athene op te richten en daarmee de grondslag
legde voor de Westerse Filosofie en Wetenschap.In 1618 vertrok Descartes naar de Republiek der
Zeventien Verenigde Nederlanden om zich aan te sluiten,
als vrijwilliger bij het Staatse Leger van Prins Maurits
( 1567 – 1625 ). Wat waren zijn motieven om als
Fransman, opgeleid door jezuïeten en rechten gestudeerd,
zoiets te doen ? Was hij misschien aangetrokken door de
successen die Prins Maurits boekte in zijn strijd tegen het
Spaanse gezag, die het gevolg waren van de nieuwe
wetenschappelijke inzichten van onze Simon Stevin ?
Het was toen de periode van de Tachtigjarige Oorlog
( 1568 – 1648 ). Prins Maurits ( 1567 – 1625 ) met zijn
broer Frederik Hendrik van Oranje ( 1584 – 1647 )
maakten dankbaar gebruik, in hun opstand tegen Koning
Filips II van Spanje , van de toegepaste wiskundige kennis
van de uitgeweken Bruggeling Simon Stevin ( 1548–1620 )
naar Leiden in 1583. In de Universiteit van Leiden ,
opgericht door “ de bevrijder “ Willem van Oranje in 1575,
liet Prins Maurits een Ingenieur – School oprichten door
Simon Stevin , het enige vak in de volkstaal toen . Er was
een behoefte aan geschoolde ingenieurs, bekwaam in
beschietingstechnieken en vestingbouw. Simon Stevin ,
bewonderd door Prins Maurits , kreeg daar vrije hand en
werd ook in het Staatse Leger als ingenieur aangesteld .
Al zijn geschriften , met uitzondering van zijn
Arithmétique ( 1585 ) waren in het Nederlands.
In zijn “ Uytspraeck “ wordt met echte humanistentrots en
redeneerkunst betoogd , dat het “ Duytsch “ boven alle
andere talen gesteld moet worden als uitdrukkingsmiddel
der Wetenschap. Stevin was op zijn wijze een kunstenaar ,
een duizendkunstenaar bekend om zijn ontwerpen over de
Zeilwagen, verbeterde type watermolens en om zijn
uitspraak “ Wonder en is gheen Wonder “. Zijn algebraïschwerk vond in zijn abstractie bij zijn tijdgenoten nog weinig
begrip . Stevin´s meest oorspronkelijke schepping is zijn
“ Weeghconst “ , wegens de genialiteit én door zijn
onmiddellijk ingrijpen in de praktijk. Daarmee werd hij de
schepper van de moderne statica en hydrostatica.
Zijn astronomie was een solide en scherpzinnige
verdediging van het stelsel van Copernicus dat steunde op
Strato van Lampsacusen en Aristarchus van Samos´
( 310 vC - 230 vC ) eerste , op beredeneerde gronden,
heliocentrisch model van de Kosmos van Pythagoras.
Tijdens zijn omzwervingen ( 1618 – 1630 ) in Europa had
Descartes ingezien hoe belangrijk het oorspronkelijk
project van Prins Maurits met Simon Stevin aan de
Universiteit van Leiden was en keerde er terug in 1630 om
zich in te schrijven. Daar kreeg hij les van de uitgeweken
West-Vlaming Frans van Schooten en, samen met diens
zoon, ook van de arabist en mathematicus Jacob van Gool
die veel werken van het Arabisch naar het Latijn vertaalde.
Dus vermoedelijk ook van de Perzische geleerde
Al-Chwarizmi ( 790 – 847 ), nu als “Vader van de Algebra”
en “Grootvader van de Informatica” beschouwd .
Volgens mij zijn in die ingenieurschool de esotherische
wervelingen ontstaan om de Algebra toe te passen in de
Meetkunde van Euclides nl. wat de Analytische Meetkunde
zou worden die Newton ( 1643 – 1727 ) wat later nodig
zou hebben. Want, het vaag begrip van “ punt “ van
Euclides werd vervangen door een koppel ( a , b ) van twee
getallen en het vaag begrip van “ lijn “ van Euclides door
een algebraïsche vergelijking met twee variabelen x en y .
Dát bracht een tsunami teweeg in de manier van
wetenschappelijke denken in het Westen ingezet door
Newton die Pythagoras , Plato en Al - Chwarizmi opnieuwop het voorplan stelden, maar door vele anderen lang
verdrongen werd .
Het verkeerdelijk misprijzen van Aristoteles voor de
“ Wereld van Ideos “ van zijn leermeester Plato kwam
hiermee bloot te liggen en zo ontstond stilaan een
belangrijke nieuwe bewustvorming in het Westen die we
zouden kunnen benoemen als :
“ J´imagine , doute et verifie , donc je me transforme “ ….
© 2019 RolandPuystjens.com
Privacy Policy